Over mij

Mijn foto
Ik wil mijn werk graag goed doen. Kwaliteit van zorg toetsen aan het naleven van regels heeft misschien voordelen omdat je dan iets hebt om te 'meten'. Maar in mijn dagelijks werk loop ik in toenemende mate aan tegen het gevaar ervan: dat aan het eind van de rit het enige dat werkelijk telt de belangen van de zorgverlener zelf zijn. En wat is dan nog 'goed doen'? Vragen hierbij en ideeēn hierover genoeg - lees maar.

maandag 25 februari 2013

Schouderdystocie 11-delig, deel 10.

10.
Waarin nog eens aan de orde komt hoe complex het onderwerp schouderdystocie is geworden.


"The promotion of the conditions for physiological birth is best achieved by the recognition of flexible definitions of normality, understood in the context of uncertainty, non-linearity and complexity. We believe that this recognition of the 'unique normality' of each woman should be a fundamental midwifery skill."

"It may even imply that if systems such as labour are not allowed to progress to the edge of chaos, the body cannot make the dynamic changes necessary to accomplish essential phase transitions."

"Without this understanding of the complexity of birth, the uncertainty of our knowledge in the area and the salutogenic potential of childbearing, we approach normality with very limited vision."
(Alle citaten: Soo Downe et.al., 'Normal Childbirth')


Daar zitten we dan.
Wij verloskundigen en aanverwanten zijn de 'deskundigen' geworden, de barende vrouw is de 'leek'.

Wij zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor de goede afloop, de barende vrouw moet ons vertrouwen.

We bewaken de progressie.
We bewaken de conditie van moeder en kind.

Maar wat 'normaal' is blijken we te hebben gedefinieerd aan een uitgangspunt dat, op zijn zachtst gezegd, rammelt. 
De vrouw, juist als het erom gaat spannen, in een passieve rol, fysiek uitgeschakeld. 
Plat liggend op precies dát deel van haar bekken waar de dynamiek zit. Omgeven met onzinnige rituelen waarbij we de baby 'helpen'. 
En met een meetikkende tijdklok waarvan niemand weet hoe lang die tikken mag.
En dát wordt door ons als basis voor onze theoretische kennis in stand gehouden.

Even zonder doekjes en kort door de bocht: het is heel wat meer dan 'rammelen'. Het is kwalijk en leidt tot wanbeleid. 
En de grootste blunder is, dat we van meet af aan geen zicht hebben gehad op ons eigen aandeel.

Nogmaals, ik denk niet dat ik het allemaal zo goed weet.

Maar ik heb nooit een moment vrees meer gekend voor schouderdystocie, sinds ik opgehouden ben met dat rare rechtlijnige kijken naar een baring.
Maar vooral sinds ik me wat meer bewust ben hoe dat verantwoordelijke gevoel en die continue neiging om de regie te pakken en te sturen, totaal niet berust op enige evidence. Hoe dat verantwoordelijke gevoel en die continue neiging om de regie te pakken louter berust op culturele gebruiken waar ik in elke andere setting van gruwel.

Vrouwen zijn geen hulpbehoevende wezens.
En vrouwen zijn bepaald geen leek als het gaat over hun eigen lichaam.
En vrouwen weten instinctief precíés wat ze moeten doen.
Of misschien kan ik beter zeggen: zouden dat kúnnen weten, als ze er de ruimte voor konden nemen.

Nee, niet alle baringen gaan goed.
En soms moet er worden ingegrepen.
Maar zoals we het nu aangeleerd krijgen en ook weer anderen aanleren, daar moet wat in veranderen.
Want we gaan maar door. We blijven maar oefenen in tactieken om schouderdystocie op te heffen, zonder ons af te vragen waar die schouderdystocie in de eerste plaats vandaan kwam. Of anders gezegd: 'hoe zijn we in ###naam in deze situatie verzeild geraakt?!'

Morgen verder.

1 opmerking: