Over mij

Mijn foto
Ik wil mijn werk graag goed doen. Kwaliteit van zorg toetsen aan het naleven van regels heeft misschien voordelen omdat je dan iets hebt om te 'meten'. Maar in mijn dagelijks werk loop ik in toenemende mate aan tegen het gevaar ervan: dat aan het eind van de rit het enige dat werkelijk telt de belangen van de zorgverlener zelf zijn. En wat is dan nog 'goed doen'? Vragen hierbij en ideeēn hierover genoeg - lees maar.

maandag 11 februari 2013

Schouderdystocie 11-delig, deel 1.


1. 
Waarin ik terugkom op het thema schouderdystocie en motiveer waarom.

“Safety is the disguise of obstetric ideology.” 
(Robbie Davis-Floyd, Birth as an American Rite de Passage) 

“(...) any research is always created and measured against what is already dominant”. 
(Nadine Edwards, ‘Birthing Autonomy’)

Er zijn op m’n blog een paar posts over schouderdystocie te vinden. Ze zijn gelabeld. 
De laatste is al een jaar oud - maar dat betekent bepaald niet, dat ik er sindsdien niet mee bezig ben geweest.
In minder goede zin: variërend van twijfel aan het beroep dat ik uitoefen (doen we niet meer kwaad dan goed?), naar boosheid over de manier waarop grove onkunde wordt verdoezeld ter bescherming van onszelf en elkaar (mede beroepsgenoten), naar wanhoop dat hier nooit wat aan kan worden veranderd - en zo kan ik nog wel even doorgaan.
En (gelukkig ook) in goede zin: door te reflecteren op de eigen praktijk, door me in het dagelijks werk op allerlei manieren te verbazen over de fysiologie van de baring, door een ommekeer in het kijken naar het proces van de geboorte en last but not least door een hernieuwd gevoel van trots over mijn beroep. 
Ik ben er workshops over gaan geven.

Ik denk niet dat ik de wijsheid in pacht heb. Ik trek hier en daar wat nieuwe lijnen en doe wat met de belichting - zoiets.
Wél heb ik het idee daarmee iets te kunnen verwoorden over hoe wij de fysiologie blijvend beïnvloeden met onze aanwezigheid - en daarmee een complicatie als schouderdystocie laten verworden tot self-fulfilling prophecy. 
Ik heb het idee dat hier verandering in nodig én mogelijk is. 
Dat er een wereld te ontdekken valt voor vroedvrouwen - en dat die wereld ook nog eens leidt tot een honderd keer leukere invulling van ons beroep dan ooit via de gebaande paden gevonden kan worden.

Maar voor het leuk wordt, wordt het misschien eerst helemaal níét leuk.
Zullen sommigen het gevoel krijgen dat ik een paar poten onder hun stoel vandaan zaag.
Want voor de basis waarop onze interventies gestoeld zijn ontbreekt vaak onderbouwing. Daar zitten we op zich niet mee, het meeste wat we doen is tenslotte niet wetenschappelijk onderbouwd (en valt ook heel lastig te onderzoeken).
Erger is - die basis is op cruciale punten gebaseerd op inzichten waarvan nogal makkelijk te zien valt dat ze op zijn minst kritisch zouden moeten worden bekeken, maar waarschijnlijk zelfs compleet onhoudbaar zijn. 
Hier heb ik al eens een begin mee gemaakt, in het stuk Women Power. En ik ga dat nu dus weer doen, uitgebreider, via het thema schouderdystocie.

Mocht je je aangevallen of bezeerd voelen, dan hoop ik dat het een aanleiding voor je zal zijn om met me in gesprek te gaan. Als je het niet met me eens bent, wil ik graag horen waaróm niet - wat er volgens jou niet klopt.

Wat ik wil bereiken is, dat er discussie op gang komt over over hoe een schouderdystocie te voorkómen.
Want in veel gevallen is dat volgens mij mogelijk. 
En als er sprake van is, hoe dan te voorkómen dat er blijvende schade optreedt. 

Als we wat meer zicht krijgen op onze blinde vlekken aangaande interventies, bekkens en kinderhoofdjes - misschien dat de Erbse parese dan als geboortetrauma zelfs naar de geschiedenisboeken kan.

We hebben meer beweging nodig in onze basis. "We", dat zijn zowel de vrouwen, die hun bekken moeten kunnen gebruiken als ze baren, als wij zorgverleners, die hun basiskennis wat moeten opschudden.

Dus: de komende tien dagen, elke dag een stuk van wat ik heb geschreven. Schouderdystocie, gezien door mijn ogen.

Morgen verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten