Soms is baren net als springen in de zee.
Je staat er best ver in,
dan komt de golf op je af en moet je springen,
hoep,
de golf neemt je mee - trekt weer weg
daar is de bodem weer onder je voeten.
Ik herinner me - de truc van de timing van het springen -
als je te laat bent komt de golf over je hoofd,
guts zout water in je keel,
je ziet gelijk niks meer,
tegen de tijd dat je de bodem weer voelt,
uche uche uche
mag je hopen dat de volgende golf nog even op zich laat wachten.
Een vrouw vertelt me over de geboorte van haar tweede kind.
Haar vliezen braken - weeën had ze toen nog niet veel.
Ze werd, zo ging dat toen, door haar verloskundige bezocht. Die stelde vast dat de baby in het vruchtwater had gepoept. En verwees haar door naar het ziekenhuis.
De verloskundige ging niet met haar mee, maar beloofde dat ze elkaar in het kraambed weer zouden ontmoeten.
In het ziekenhuis gekomen wachtte de barende CTG, infuus en later een schedelelectrode voor de baby. Zo wordt de conditie van haar kind bewaakt.
Onbekenden om haar heen.
T is voor de goede zaak.
De heftigheid van de inleiding overspoelt haar.
Keer op keer gaat ze kopje onder -
ze voelt persdrang, het lukt haar net aan om dat hardop te zeggen,
maar nee, dat kan nog niet, 4 cm had ze nog maar net.
Helaas is t zeer druk op de afdeling -
en onder gaat ze weer,
tot ze roept de baby komt er echt aan!!
En iemand 'volledige ontsluiting' vaststelt,
'je mag persen', aansporingen volgen
en twee woeste golven later, bijna verdronken,
hoort ze haar man roepen kijk nou, het is er -
en kan zij alleen nog maar zeggen: laat me heel even met rust..
Haar blik bij die herinnering is als een last.
Misschien volgende keer een ruggenprik?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten